Nederland is zo goed als af. In de openbare ruimte wordt meer vervangen dan dat er nieuwe dingen bijkomen. En dat maakt dat het vak van de beheerder verandert, waar andere competenties bij komen kijken. Dat vraagt om gedragsverandering. Keynote spreker Coen Jutte zal op het Nationaal Congres Beheer Openbare Ruimte laten zien hoe je dat voor elkaar krijgt.
Coen Jutte is veranderexpert en weet vanuit eigen ervaring en opleiding hoe lastig het is om te veranderen. “Ik weet ook hoe dat komt en wat er nodig is om er wel toe te komen. In het geval van de beheerder weten we dat hij een nieuwe rol krijgt en een meer pro-actieve houding moet aannemen. Maar dan moet hij het lef hebben om nieuw gedrag aan te leren. En daarbij, wat is dan dat gedrag? Hoe gedraagt de beheerder zich nu?”
Kwetsbaar opstellen
Uit onderzoek, van onder meer Google in samenwerking met Harvard, blijkt dat leden van succesvolle teams zich kwetsbaar durven op te stellen. “Zij zeggen vaker zinnen als ‘ik heb je nodig’. Zo’n zin is heel betekenisvol voor beide partijen. Maar hoe vaak zeg je nou zoiets? Hiervoor moet je uit je comfortzone treden en dat vinden we niet fijn. De angst voor het onbekende is evolutionair bepaald, we houden van voorspelbaar gedrag.”
In zijn speech, getiteld ‘Wat ga ik morgen anders doen?’, geeft Jutte een aantal concrete tips voor gedragsverandering. “Ik geef handelingsperspectief. Geef voorbeelden van wat een beheerder morgen anders zou kunnen doen. In het geval van de beheerder zou dat kunnen zijn dat hij de wethouder belt om iets gedaan te krijgen.”
Vechten of vluchten
Jutte geeft als voorbeeld het vervangen van de riolering. In veel gemeenten een bekende opgave. “Je kunt niet meer eenvoudig de schop in de grond zetten. De ideale beheerder van morgen kent alle consequenties van dit project, benadert proactief alle stakeholders, maakt misschien wel een communicatieplan en is de vraagbaak in het project. Maar dan moet hij dat ook durven en doen.”
Jutte verwacht dat een heel aantal beheerders dit zal herkennen. “Maar een andere reactie is ook mogelijk en dat is ook logisch. Je hebt bijvoorbeeld vecht- en vluchtgedrag. In het eerste geval maak je jezelf groot. Je vindt dat je niet hoeft te veranderen, dat is iets wat de ander vooral zou moeten doen. Bij vluchtgedrag maak je jezelf juist klein. De reactie zou kunnen zijn: ‘Ik zou misschien moeten veranderen, maar dat zit niet zo in mijn aard. Ik ben immers maar een beheerder’. In mijn speech laat ik zien dat je vooral eerst je eigen gevoel moet accepteren. Vervolgens gaan we er op spectaculaire wijze voor zorgen dat we morgen ook echt iets anders gaan doen.”
Lees het hele interview over het plenaire programma van NCBOR 2019 vanaf 15 november in Straatbeeld, een publicatie van Acquire Publishing.