De openbare ruimte is van grote sociale en economische waarde voor de samenleving. Dromen laten uitkomen met beheer openbare ruimte. Dat is het ultieme doel dat Eva Duivenvoorden voor zich heeft. Maar hoe zij dit voor zich ziet? “Het draait allemaal om waarden, de waarden van beheer”, stelt Duivenvoorden. “Die waarden kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën: intrinsieke waarden, operationele waarden, normen en ontwerpeisen.”.
De verschillende categorieën gaan in een driehoek van abstract (bovenin de driehoek) naar concreter (helemaal onderin de driehoek). “Maar wat voor de ene persoon als heel concreet kan worden gezien, vindt de andere persoon wellicht weer abstract”, duidt Duivenvoorden. Ze noemt een voorbeeld: “Bij intrinsieke waarden zou je bijvoorbeeld de waarde welzijn kunnen invullen. Een operationele waarde die je hieraan zou kunnen koppelen is gezondheid, want dat gaat tenslotte hand in hand maar is toch al iets concreter dan het begrip welzijn”, zo stelt Duivenvoorden. “Vervolgens kun je bij normen invullen afdoende vitaminerijk eten, en zou je bij ontwerpeisen, het meest concrete dus, minstens twee stukken fruit kunnen invullen.”
Waarom is deze driehoek nou zo belangrijk? “Binnen het proces van beheer gaan verschillende partijen door diverse fases heen, met allemaal hetzelfde doel maar soms toch net een andere route om er te komen. Om dit te testen zou ik graag willen dat jullie allemaal een aantal post-its pakken met daarin een waarde die je belangrijk vindt, denk hierbij vooral aan waarden die in jouw werk belangrijk zijn, waar je met beheer van de openbare ruimte aan bijdraagt. Ik ben heel erg benieuwd wat daar uit gaat komen.”
Stuk voor stuk gingen de deelnemers van de sessie aan de slag met de post-its en werd de driehoek steeds gekleurder. Waarden als geluk en gezondheid kwamen vaak terug, ook duurzaamheid kwam regelmatig aan bod. Na een minuut of tien was het tijd om te evalueren. “Wat we zien, zoals verwacht is dat er veel dezelfde waarden ingevuld zijn, maar dat ze zeker niet allemaal in hetzelfde vakje geplaatst zijn. Een deelnemer uit de zaal had bijvoorbeeld de waarde duurzaamheid bij het onderste vakje, ontwerpeisen, geplakt. “Dit is in onze ogen namelijk de juiste keuze, omdat al onze projecten duurzaam moeten zijn en dat moeten we dus ook al doorvertalen in onze ontwerpeisen.” In de zaal klonk hier en daar wat instemmend, maar ook tegenstemmend geluid. “Duurzaamheid is natuurlijk vrij abstract, dat valt niet als ontwerpeis in te vullen, daarvoor moet je veel concretere doelen hebben.”
“Dit is nou precies waarom deze oefening zo belangrijk is”, stelt Duivenvoorden. “Zoals ik aan het begin al zei gaan met een bouw- of ontwerpproject diverse partijen om tafel. Allemaal met uiteindelijk hetzelfde doel, maar vaak hebben ze diverse routes om uiteindelijk tot dit doel te komen. Deze driehoek kan erg goed helpen om de diverse opvattingen in kaart te brengen en uiteindelijk met elkaar tot een duidelijke overeenstemming te komen.”
Duivenvoorden heeft onderzoek gedaan naar de verschillende categorieën waarden. Ook in haar onderzoek heeft ze diverse personen en partijen de driehoek laten invullen met voor hen belangrijke waarden ter bevordering van het beheer van de openbare ruimte. “En juist hier zagen we duurzaamheid wel degelijk als intrinsieke waarde, niet als ontwerpeis. Operationele waarden die hieraan gekoppeld kunnen worden zijn bijvoorbeeld circulariteit, biodiversiteit en milieu.”
Uiteindelijk is de driehoek die Duivenvoorden liet zien tijdens haar presentatie vooral bedoeld om uiteindelijk op strategisch niveau, tactisch niveau en operationeel niveau tot doelen te komen en samen dat te bereiken waar je heen wilt. “Uiteindelijk is deze driehoek essentieel om dat te bereiken wat we met zijn allen willen: een hoogwaardige openbare ruimte voor iedereen.”